anbeißen
Uiterlijk
- an·bei·ßen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
anbeißen |
biss an |
(hat) angebissen |
Klasse 1 sterk | volledig | scheidbaar |
anbeißen
- overgankelijk aanbijten
- onovergankelijk bijten, toebijten (van vissen)
- onovergankelijk, (figuurlijk) toehappen
- (in Liechtenstein en Zwitserland) anbeissen
Categorieën:
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 8
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Voorvoegsel an- in het Duits
- Sterk werkwoord klasse 1 in het Duits
- Werkwoord in het Duits
- Overgankelijk werkwoord in het Duits
- Onovergankelijk werkwoord in het Duits
- Figuurlijk in het Duits