stumperig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stumperig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• stum·pe·rig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van stumper, (stam van het werkwoord stumperen) met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	stumperig	stumperiger	stumperigst
verbogen	stumperige	stumperigere	stumperigste
partitief	stumperigs	stumperigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

stumperig

1. (pejoratief) zielig onhandig, sukkelig

Afgeleide begrippen

• stumperigheid

Verwante begrippen

• belabberd, ellendig, miserabel, schamel

Vertalingen

    1.   

Engels: awkward (en), dismal (en), meager (en), miserable (en), wretched (en)

Spaans: mísero (es)

Gangbaarheid

• Het woord stumperig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stumperig" herkend door:

90 %	van de Nederlanders;
67 %	van de Vlamingen.