De Oost-Afrikaanse Rift
door Dr. Anco Lankreijer,
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, Vrije Universiteit, Amsterdam
Introductie
Dwars door Afrika loopt de Oost-Afrikaanse Riftzone. Deze
structuur is goed te vervolgen over een afstand van meerdere duizenden kilometers. De Oost-Afrikaanse Rift strekt zich
uit van Malawi in het zuiden tot aan de Afar-driehoek in
Ethiopië, waar de rift overgaat in de Rode-Zeerift en de Golf
van Aden (afb. 1). Er zijn aanwijzingen dat het riftsysteem is
beschreven door Gregory, nog vóór de ontdekking van de
plaattektoniek.
In deze bijdrage beschouwen we de belangrijkste kenmerken
van de Oost-Afrikaanse Rift en vergelijken we deze met
enkele andere plaattektonische reksystemen.
Wat is een rift?
Een rift is een structuur in de aardkorst ontstaan door
verdunning van de aardkorst, meestal als gevolg van
rekspanningen. Dit leidt tot de vorming van langgerekte
breuksystemen (afschuivingen), depressies (slenken) en in
vele gevallen vulkanisme.
Afb. 2. Schema van een rift. Korstverdunning treedt op door rek, hierdoor
ontstaat een depressie of slenk, waarin sedimenten worden afgezet
De randbreuken vormen goede geleiders voor magma.
De theorie van de plaattektoniek leert ons dat oceanen ontstaan doordat continenten uiteen bewegen. De allereerste
fase in de vorming van oceanen is het ontstaan van een rift
(afb. 2). In eerste instantie wordt de aardkorst uitgerekt, en
wordt daardoor dunner en warmer. Doordat de aardkorst
dunner wordt ontstaat ook een depressie. A l s het rekproces
verder doorzet breekt de continentale aardkorst uiteindelijk
helemaal op en ontstaat er oceaankorst. Niet alle rifts
worden uiteindelijk oceanen, in sommige gevallen stopt het
verdunnen van de korst op een gegeven moment.
De Oost-Afrikaanse Rift
Afb. 1. Overzichtskaart Oost-Afrika. Verschillende segmenten van de
rift, koppeling met de Rode Zee. (Naar Algemene Geologie, red. Pannekoek/van Straaten).
De Oost-Afrikaanse Rift bestaat uit een systeem van slenken
met een spectaculaire topografie (afb. 3). Vaak zien we langs
de randbreuken van de rift een hoogteverschil tussen de flanken en het centrum van enkele honderden tot meer dan duizend meter. De breedte van een rift is niet meer dan enkele
tientallen kilometers. De Keniaanse Rift Valley is een van de
mooiste plekken in de Oost-Afrikaanse Rift. Het is niet moeilijk o m je, staande aan de rand van de Oost-Afrikaanse Rift,
voor te stellen hoe het continent hier uiteengescheurd wordt.
ontstaan door rek in de aardkorst. De riftstructuur lijkt het
beginstadium te zijn van het uiteenvallen van het Afrikaanse
continent. De Great Rift Valley in Kenia werd al in 1896
In de centrale depressie van de Oost-Afrikaanse Rift vinden
we een aantal langgerekte meren, waaronder het Natronmeer,
het Turkanameer en het Naivashameer in Kenia. In andere
94
Afb. 3. Foto van
het escarpment
bij Kijabe (Kenia)
van de Great Rift
Valley in Kenia.
We zien enkele
afschuivingen.
Het centrum van
de rift ligt hier
bijna 1000 meter
lager dan de rand.
delen van deze rift vinden we het Tanganyikameer, het Malawimeer en het Mobutumeer.
Over de gehele lengte van de Oost-Afrikaanse Rift komen
vulkanen voor. De meest imposante zijn Mount Kenia en de
Kilimanjaro. Dit vulkanisme is direct gerelateerd aan het ontstaan van de rift. De uitrekking van de aardkorst veroorzaakt
verdunning en daarmee toenemende temperatuur in de aardkorst. Dit leidt onder andere tot het ontstaan van magma.
De diepe breuken die langs de randen van rifts voorkomen
vormen een makkelijke route voor het magma naar het aardoppervlak.
Het voorkomen van vulkanen langs rifts is een algemeen
voorkomend verschijnsel.
Ouderdom
De ouderdom van de Oost-Afrikaanse Rift is relatief eenvoudig te achterhalen. De grote hoeveelheden vulkanisch materiaal geven voldoende mogelijkheden om te dateren met
radiometrische methoden.
In Oost-Afrika komt een belangrijk erosieoppervlak
voor dat ten minste ouder is dan het Mioceen (het
sub-Miocene erosieniveau). Dit niveau ontstond in
een periode van relatieve tektonische rust. Er ontstond een zeer vlakke topografie in Oost-Afrika door
een langdurige periode van erosie. Door de latere rifting is dit sub-Miocene niveau niet meer vlak.
Direct op dit vlak vinden we de eerste grootschalige
vulkanische afzettingen, onder andere de fonolieten
van Mt. Kenia. Deze eerste afzettingen hebben een
ouderdom van 12 miljoen jaar, wat overeenkomt met
het Midden Mioceen.
Sinds het Midden Mioceen is de riftzone geopend, en
is een 4 tot 6 kilometer dik sedimentpakket in de rift
afgezet. In dit sedimentpakket komen veelvuldig vulkanische afzettingen voor (afb. 4). De totale uitrekking
van de aardkorst onder de rift sinds het Mioceen bedraagt ongeveer 6 tot 9 kilometer. Het meeste van
deze uitrekking heeft plaatsgevonden langs de randbreuken van de rift. O p sommige plekken is er langs
die randbreuken bijna 10 km afschuiving opgetreden.
Tot op heden komt seismische activiteit in de rift voor.
Nauwkeurige metingen van het zwaartekrachtsveld
onder de rift, in combinatie met metingen van de
voortplantingssnelheid van aardbevingsgolven door
de aardmantel, lijken aanwijzingen te geven voor het
bestaan van een zogenaamde mantelpluim. Een
mantelpluim is een verticale zone in de aardmantel
waar diep, en dus warm, mantelmateriaal naar boven
stijgt. Doordat de thermodynamica voorschrijft dat
warm materiaal minder zwaar is en dat drukgolven
zich minder snel door warm materiaal verplaatsen,
kunnen we met zwaartekrachtsmetingen en snelheidsmetingen van aardbevingsgolven een beeld krijgen van temperatuursverschillen in de aardmantel.
De opmerkelijk warme aardmantel onder de Kenia-rift
heeft de aardkorst behoorlijk opgewarmd en allerlei
interessante magma s gevormd, waaronder kimberAfb. 4. Vulkanische afzettingen Central Island, Turkana. Duidelijk zijn de verschillende
liet,aslagen
nefeliniet en melilitiet. De vulkanen in de Oosten de vulkanische bommen te herkennen.
Afrikaanse Rift zijn nog steeds actief (afb. 5).
gea
september 2004, nummer 3
95
Een dergelijke mantelpluim veroorzaakt een langdurige verwarming van de aardkorst, wat op zich al kan leiden tot vulkanisme, het opbreken van de aardkorst en het ontstaan van
rifts. Ook onder de Rijndalslenk zijn aanwijzingen gevonden
voor een mantelpluim en bijbehorend vulkanisme.
Sterkte van de aardkorst
Als we willen begrijpen of de Oost-Afrikaanse Rift uiteindelijk
een oceaan wordt of dat de rift uiteindelijk stopt, moeten we
ons eerst een beetje verdiepen in de sterkte van de aardkorst en de factoren die daar invloed op hebben.
De sterkte van de aardkorst wordt bepaald door de samenstelling (gesteenten en mineralen), de temperatuur en het
spanningsveld (druk, rek). De aardkorst is opgebouwd uit
een groot aantal verschillende mineralen en gesteenten, door
elkaar gemengd in de loop van de geologische geschiedenis,
leder gesteente heeft specifieke fysische eigenschappen, zo
is aan het aardoppervlak een kleilaag zwakker dan een zandsteenpakket. Graniet heeft andere eigenschappen dan basalt. De verschillen in sterkte worden in grote mate bepaald
door de samenstellende mineralen, kwarts is sterker dan c a l ciet. Ook de structuur van gesteenten is van belang voor de
sterkte: een platig gesteente, waarin de mineralen in dezelfde
richting g e o r i ë n t e e r d zijn (b.v. schist) kan makkelijker vervormd worden dan een gesteente waarin dat niet het geval is.
Druk en temperatuur nemen grofweg toe met de diepte in de
aardkorst. Tektonische krachten kunnen leiden tot extra druk,
of juist rek, en b.v. magmatische processen kunnen extra
warmte toevoegen.
Over het algemeen kun je stellen dat toenemende druk leidt
tot extra sterkte, en dat toenemende temperatuur leidt tot
afnemende sterkte. Het is dus afhankelijk van het specifieke
druk- en temperatuurregime of gesteente met toenemende
diepte sterker of juist zwakker wordt. De combinatie van
druk, temperatuur en specifieke gesteente-eigenschappen
zorgt ervoor dat we verschillende sterktezones in de
aardkorst kunnen aanwijzen.
Deformatie (vervorming) van gesteenten kan op twee manieren plaatsvinden: bros of ductiel (kneedbaar). Afhankelijk van
de druk, de snelheid van deformatie en de temperatuur zal
hetzelfde gesteente op een andere manier deformeren. Een
goed voorbeeld is glas. Als je er een steen tegenaan gooit
zal het breken (bros reageren). A l s je datzelfde glas enkele
tientallen jaren laat hangen, zien we dat het langzaam vervloeid is (ductiel gedrag), daarom zijn oude ramen vaak wat
onregelmatig. Bij toenemende druk en temperatuur, dus met
toenemende diepte in de aardkorst, zal hetzelfde gesteente
eerder ductiel reageren. Hierdoor zien we dat de bovenste
kilometers van de aardkorst bros deformeren en diepere delen eerder ductiel reageren. Bovenin de aardkorst vinden we
voornamelijk breuken en dieper in de aardkorst vinden we
meer vloeistructuren. Maar als de deformatie snel gebeurt
kunnen brosse breuken ook diep in de aardkorst doordringen.
Een rift ontstaat doordat de aardkorst uitgerekt, en daardoor
dunner wordt. A a n de oppervlakte vinden we langgerekte
breuksystemen, en dieper in de aardkorst vinden we vaak
vloeistructuren. Verdunning van de korst leidt weer tot toename van de temperatuur, wat vervolgens leidt tot verzwakking
van de aardkorst. Hierdoor is steeds minder kracht nodig om
de rift verder uit te rekken.
Een ander mechanisme is echter dat toenemende deformatie
ook leidt tot een toename van de sterkte. Hierdoor is er
steeds meer kracht nodig o m de rift verder uit te rekken.
Het is dus de vraag welke van deze twee mechanismen het
meeste effect heeft op de Oost-Afrikaanse Rift o m te kunnen
voorspellen of er uiteindelijk een oceaan ontstaat.
In de Oost-Afrikaanse Rift komen nu nog steeds aardbevingen voor. Dat is een indicatie dat het riftingsproces nog
steeds doorgaat. Maar voordat we van een oceaan kunnen
spreken moet er eerst oceanische korst gevormd worden.
Daarvoor is nog zeker drie keer zoveel rek nodig als in de
afgelopen 12 miljoen jaar is opgetreden. A l s het er al van
komt, zal de mid-Afrikaanse oceaan dus nog wel even op
zich laten wachten.
Afb. 5. Fumarole (vulkanische bron van zwaveldamp) op Central Island, Lake Turkana.
96