Ecdysozoa
| Ecdysozoa Fossiel voorkomen: Vroeg Cambrium – heden | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||
| Verschillende soorten Ecdysozoa | |||||||
| Taxonomische indeling | |||||||
| |||||||
| Superstam | |||||||
| Ecdysozoa Aguinaldo, 1997 | |||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||
Ecdysozoa op  Wikispecies
| |||||||
| |||||||
Ecdysozoa is een superstam van protostome dieren, waartoe de geleedpotigen (insecten, gifkaakdragers, kreeftachtigen en duizendpoten), rondwormen en een aantal kleinere fyla behoren. De groep werd voor het eerst omschreven in een fylogenetisch onderzoek uit 1997.[1] Een groot onderzoek uit 2008 bevestigde de Ecdysozoa als een taxonomische groepering.[2]
Alle leden van de groep hebben een aantal overeenkomstige morfologische kenmerken en kunnen omschreven worden als dieren die hun exoskelet eens in de zoveel tijd verliezen (vervellen), waarvan de wetenschappelijke naam ecdysis is afgeleid.
De taxonomische status van Ecdysozoa werd aanvankelijk betwist door een aantal kleine groepen biologen. Sommigen pleitten voor een fylogenetische boom op basis van meer traditionele taxonomische technieken. Anderen betwijfelden de interpretatie van de moleculaire gegevens. Desondanks wordt Ecdysozoa als clade algemeen geaccepteerd.[3]
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Vervellen
[bewerken | brontekst bewerken]Het belangrijkste kenmerk van de groep is hun cuticula, opgebouwd uit drie lagen organisch materiaal, die vervelt wanneer het dier groeit. Dit proces van vervelling wordt ook wel ecdysis genoemd en geeft de groep haar naam.
Overige kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De leden van de groep missen de trilharen voor voortbeweging (flagatella), ze produceren overwegend amoebe-achtig sperma en hun embryo's ondergaan geen spiraalvormige celdeling zoals bij andere oermondige dieren. Verscheidene andere kenmerken zijn aanwezig bij de groep, zoals de draaisymmetrische farynx bij beerdiertjes, zeespinnen en rondwormen.
Indeling
[bewerken | brontekst bewerken]De groep Ecdysozoa omvat de volgende stammen: Arthropoda (geleedpotigen, omvat insecten, gifkaakdragers, kreeftachtigen en duizendpoten), Onychophora, Tardigrada, Kinorhyncha, Priapulida, Loricifera, Nematoda en Nematomorpha. Een aantal andere groepen, zoals de buikharigen, worden beschouwd als mogelijke leden van de groep, maar missen een aantal basale kenmerken, en zijn nu ergens anders ingedeeld. De Arthropoda, Onychophora en Tardigrada worden beschouwd als een aparte groep binnen de Ecdysozoa, omdat ze zijn opgebouwd uit een lichaam met segmenten.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnen
- ↑ Aguinaldo, a, Turbeville J, Linford L, et al. (1997). Evidence for a clade of nematodes, arthropods, and other moulting animals. Nature 387 (6632): 489–493. PMID: 9168109. DOI:10.1038/387489a0.
- ↑ (en) Dunn, CW, Hejnol A, Matus D, Pang k, Browne W, Smith W (2008). Broad phylogenomic sampling improves resolution of the animal tree of life. Nature 452: 745–749. PMID: 18322464. DOI:10.1038/nature06614.
- ↑ (en) Gonzalo Giribet, Gregory D. Edgecombe. (2017). Current Understanding of Ecdysozoa and its Internal Phylogenetic Relationships, Integrative and Comparative Biology, 57: (3), pp. 455–466.