Jan Hendrik Maronier (1827-1920)
Jan Hendrik Maronier | ||||
---|---|---|---|---|
Jan Hendrik Maronier in 1880 gefotografeerd door Albert Greiner (1833-1890)
| ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 16 juni 1827 | |||
Geboorteplaats | Rotterdam | |||
Overleden | 29 november 1920 | |||
Overlijdensplaats | Renkum | |||
Land | Nederland | |||
Beroep | remonstrants predikant, auteur | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Jan Hendrik Maronier (Rotterdam, 16 juni 1827 – Renkum, 29 november 1920) was een Nederlandse predikant en auteur.
Persoonlijk leven
[bewerken | brontekst bewerken]Maronier werd in 1827 te Rotterdam geboren als zoon van de boekhouder Jan Hendrikszoon Maronier en van Susanna Maria van Lil. Hij trouwde op 20 juli 1853 te Arnhem met Aletta Nijhoff, dochter van de boekhandelaar, uitgever en geschiedschrijver Isaac Anne Nijhoff en van Martina Cornelia Houtkamp.[1] Hij overleed in november 1920 op 93-jarige leeftijd in Renkum. Zijn neef (oomzegger) Jan Hendrik (1883-1981) was conservator van het Koninklijk Instituut van Land- en Volkenkunde en beeldend kunstenaar.
Werkzame leven
[bewerken | brontekst bewerken]Hij studeerde theologie en werd achtereenvolgens remonstrants predikant in Zevenhuizen en Bleiswijk (1851), in Leiden (1853), in Utrecht (1869) en van 1881 tot 1893 in zijn geboorteplaats Rotterdam. Hij publiceerde veel werken op godsdienstig gebied. Zijn "Inrichting der christelijke gemeenten" werd in 1874 bekroond door het Teyler's Godgeleerd Genootschap. In 1892 schreef hij een inleiding bij "De Zwijndrechtsche Nieuwlichters (1816-1832) volgens de gedenkschriften van Maria Leer", de door de toen 91-jarige schrijfster Louise Sophie Blussé, onder het pseudoniem D.N. Anagrapheus, opgetekende memoires van een van de leiders van deze sekte. Zijn "Geschiedenis van het protestantisme" werd in 1897 bekroond door het Haagsche Genootschap tot verdediging van den Christelijke godsdienst. In 1905 schreef hij een omvangrijke biografie over de remonstrant Jacobus Arminius.
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- De eerste Brief van den apostel Joannes, Isaac Anne Nijhoff en zoon, Arnhem, 1855
- De oudejaarsavond, eene roepstem ter voorbereiding tot sterven, Nijhoff, Den Haag, 1856
- De oudste geloofsbelijdenis, 1859
- De inrichting der christelijke gemeenten, vóór het ontstaan der Katholieke kerk, Bohn, Haarlem, 1874
- Het kerstfeest, Martinus Nijhoff, Den Haag, 1875
- Wat willen de Remonstranten?, Van Hinloopen Labberton, Doeburg, 1877
- Korte geschiedenis van het godsdienst-onderwijs in de christelijke kerk, drie delen, J. Muusses, Purmerend, 1881-1883
- Het inwendig woord, Van Holkema, Amsterdam, 1890
- Het paaschfeest, Gouda Quint, Arnhem, 1894
- Het pinksterfeest, Gouda Quint, Arnhem, 1894
- Geschiedenis van het Protestantisme van den Munsterschen vrede tot de Fransche revolutie 1648-1789, Brill, Leiden, 1897 (een nalezing verscheen in 1901)
- De orde der jezuieten, hare geschiedenis, inrichting en moraal, Boekhandel en Drukkerij voorheen Brill, Leiden, 1e druk 1899, 2e druk 1908
- Jacobus Arminius, Rogge, Amsterdam, 1905
- Frederiks, J.G. en F. Jos. van den Branden Jan Hendrik Maronier in: Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
Noot
- ↑ Zijn schoonvader Isaac Anne Nijhoff was behalve boekhandelaar en uitgever ook auteur en historicus, Hij schreef een zesdelig werk over de geschiedenis van Gelderland (de eerste vijf delen verschenen in de periode 1830 tot 1851, het zesde deel verscheen postuum in 1875) "Gedenkwaardigheden uit de Geschiedenis van Gelderland door onuitgegevene oorkonden opgehelderd en bevestigd".