handenwringend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  handenwringend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• han·den·wrin·gend

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hand  en  wringend ww  met het invoegsel -en- 

	stellend
onverbogen	handenwringend
verbogen	handenwringende
partitief	handenwringends

Bijvoeglijk naamwoord

handenwringend

1. zich geen raad wetend, van wanhoop nerveus

   • In gedachten zie ik scènes: de handenwringende vissersvrouw Kniertje, met achter haar de zeilen van de Armada. 

Afgeleide begrippen

• handenwringen

Werkwoord

vervoeging van:	handenwringen
verbogen vorm:	handenwringende

handenwringend

1. onvoltooid deelwoord van handenwringen

Gangbaarheid

• Het woord handenwringend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.