Papers by Gerrit H . Jongeneelen
Historiographia Linguistica, 1995
A vocabulary containing many reminiscences of the contemporary Bible language of the Statenbijbel... more A vocabulary containing many reminiscences of the contemporary Bible language of the Statenbijbel (1637) in Spinoza's Short Treatise problematized the translation technique used in this text.
OPLEIDING Als Jan Marinus Vis vermoedelijk rond 1870 mogelijk de Zaanse HBS bezoekt, is Willem Do... more OPLEIDING Als Jan Marinus Vis vermoedelijk rond 1870 mogelijk de Zaanse HBS bezoekt, is Willem Doorenbos daar al vertrokken. Deze zou van 1865 tot 1884 als leraar Nederlands en geschiedenis verbonden zijn aan de eerste vijfjarige HBS te Amsterdam en daar les geven aan Tachtigers als Perk, Kloos, Van der Goes en Verwey. Hoewel Vis tijdgenoot is van de Tachtigers en zelf ook gedichten, maar vooral liederen schrijft, is hij op geen enkele wijze bij deze Tachtigers in te delen. Zijn verzen hebben een traditionele vorm en worden door zijn nabestaanden dan ook in dezelfde traditionele rubrieken -albumverzen, feestleideren, bruidsliederen enz.-als bijvoorbeeld ook de gedichten van Bilderdijk gerubriceerd. Wel ontbreken bij Vis opvallend vaak afzonderlijke titels. Die worden dan ontleend aan de beginregels.
In the history of linguistics the theories of Lambert ten Kate (1674-1731), Tiberius Hemsterhuis ... more In the history of linguistics the theories of Lambert ten Kate (1674-1731), Tiberius Hemsterhuis (1685Hemsterhuis ( -1766 and Albert Schultens (1686-1750) are related to each other by the use of a similar methodology. In this paper it is argued that the reception of Spinoza´s philosophy was a major motive in the development of the concept of analogy underlying this methodology. Adriaen Pietersz. Verwer (c.1655-1717) and Jean le Clerc (1657-1736) evidently formulated their epistemology in dialogue with Benedictus de Spinoza (1632-1677) and the linguistic methods of Lambert ten Kate (1674-1731), Tiberius Hemsterhuis (1685-1766) and Albert Schultens (1686-1750), which were based on this epistemology, resulted in the moderate Spinozism of the 18th-century. Section 1 analyses the relevance of Bentley's anti-Spinozism for Newton's religious self-consciousness in and after the Principia and Ten Kate's appreciation of it; section 2 sketches the Newton reception in Verwer's epistemology and section 3 shows how Le Clerc develops a method of linguistic analogy in dialogue with Spinoza's Tractatus Theologico-Politicus that is congruent with Schultens's linguistics (section 4). A sketch of how even Moonen could not negate Spinoza stresses the extent of Spinoza's influence and finally, some conclusions are drawn concerning the interpretation of Ten Kate's Aenleiding (section 6).
Uploads
Papers by Gerrit H . Jongeneelen