Naar inhoud springen

afstemmen

Uit WikiWoordenboek
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afstemmen
/'ɑfstɛmə(n)/
stemde af
/stɛmdə 'ʔɑf/
afgestemd
/'ɑfxəstɛmt/
zwak -d volledig
  • af·stem·men

afstemmen

  1. overgankelijk, (muziek) op de juiste toonhoogte brengen
    • De eerste snaar wordt op een stemvork afgestemd. 
  2. overgankelijk op de juiste frequentie instellen
    • We stemden de radio af op deze zender. 
  3. iets zo regelen dat het voor iedereen passend is
    • Wij stemden onze agenda's op elkaar af zodat we maandagochtend een vergadering konden houden. 
  4. overgankelijk bij stemming verwerpen
    • Het voorstel werd afgestemd. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
pFad - Phonifier reborn

Pfad - The Proxy pFad of © 2024 Garber Painting. All rights reserved.

Note: This service is not intended for secure transactions such as banking, social media, email, or purchasing. Use at your own risk. We assume no liability whatsoever for broken pages.


Alternative Proxies:

Alternative Proxy

pFad Proxy

pFad v3 Proxy

pFad v4 Proxy