Naar inhoud springen

afvoeren

Uit WikiWoordenboek
  • af·voe·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afvoeren
voerde af
afgevoerd
zwak -d volledig

afvoeren

  1. overgankelijk verwijderen, wegleiden
    • De gevangenen werden afgevoerd naar het kamp. 
    • Het opruimen van de ravage gaat volgens de terreinbeheerder nog wel een week of zes duren. Daarbij worden niet alleen de gevelde bomen en takken in stukken gezaagd en afgevoerd. [1] 
     De diarreeaanval had als een sluipmoordenaar in vol daglicht toegeslagen. Moniek werd met een ambulance afgevoerd.[2]
vervoeging van
afvaren

afvoeren

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afvaren
    • ...dat wij afvoeren. 
    • ...dat jullie afvoeren. 
    • ...dat zij afvoeren. 

de afvoerenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord afvoer
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
pFad - Phonifier reborn

Pfad - The Proxy pFad of © 2024 Garber Painting. All rights reserved.

Note: This service is not intended for secure transactions such as banking, social media, email, or purchasing. Use at your own risk. We assume no liability whatsoever for broken pages.


Alternative Proxies:

Alternative Proxy

pFad Proxy

pFad v3 Proxy

pFad v4 Proxy