gifgroen
Uiterlijk
- Geluid: gifgroen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɪfxrun / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχɪf.χrun/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣɪf.ɣrun/
- gif·groen
- intensief, samenstelling van gif en groen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gifgroen | gifgroenen |
verkleinwoord | - | - |
het gifgroen o
- (kleur) felle groene kleur
- Dit gifgroen lijkt wel erg fel.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gifgroen | gifgroener | gifgroenst |
verbogen | gifgroene | gifgroenere | gifgroenste |
partitief | gifgroens | gifgroeners | - |
gifgroen
- (kleur), de kleur gifgroen hebbend
- Dat is een gifgroene vlag.
- Het woord gifgroen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gifgroen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Intensief in het Nederlands
- Intensivering in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleur in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %