ivoorkleurig
Uiterlijk
- ivoor·kleu·rig
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ivoorkleurig | |
verkleinwoord |
het ivoorkleurig o
- (RAL-kleur) een bruingele kleur met RAL-nummer 1014.
- Heeft u die ook in het ivoorkleurig?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ivoorkleurig | ivoorkleuriger | ivoorkleurigst |
verbogen | ivoorkleurige | ivoorkleurigere | ivoorkleurigste |
partitief | ivoorkleurigs | ivoorkleurigers | - |
ivoorkleurig
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een bruingele kleur, met RAL-nummer 1014.
- Hij rijdt in een ivoorkleurige auto.
1.
- Het woord ivoorkleurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.