promoveren
Uiterlijk
- Geluid: promoveren (hulp, bestand)
- pro·mo·ve·ren
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bevorderen’ voor het eerst aangetroffen in 1276 [1]
- afgeleid van het Latijnse promovēre met het achtervoegsel -eren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
promoveren |
promoveerde |
gepromoveerd |
zwak -d | volledig |
promoveren
- vooruitgaan, een betere positie bereiken
- Hij is tot het hoofd van de afdeling gepromoveerd.
- de doktorstitel behalen na het schrijven van een proefschrift
- Hij is gepromoveerd in de geneeskunde.
- Het woord promoveren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "promoveren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "promoveren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ promoveren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %